In 2022 heeft een vloerenbedrijf op de begane grond van een nieuw kantoor een troffelvloer vloerafwerking aangebracht. In de ondergrond waren scheuren en vloerverwarmingsleidingen aanwezig. Om het risico op schade aan de geleverde vloerafwerking te minimaliseren, had het vloerenbedrijf het Technisch Bureau Afbouw ingeschakeld voor een beoordeling en herstelwerkzaamheden.
Scheurlijnen en onthechtingen
“Op de begane grond was een betonnen druklaag aangebracht van 90 mm dik, met aan de onderzijde een 8 mm wapeningsnet,” vertelt Onno de Vries, onze vloerenexpert. “Deze betonvloer bevatte een vloerverwarmingssysteem met warmwaterleidingen die werkten met een proceswatertemperatuur van 35°C. De vloer zou worden voorzien van een troffelvloer vloerafwerking, geschikt voor kantoorgebruik waarbij minimale wisselingen in ruimtetemperatuur werden verwacht. De vloerverwarming had een opstook- en afkoelprotocol doorlopen. Na het stralen van het vloeroppervlak waren aanzienlijke scheurlijnen zichtbaar geworden. Ook waren onthechtingen hoorbaar.”
Witte scheurlijnen of open scheuren
“Door de aanwezigheid van scheuren in de dekvloer, was er een probleem ontstaan. Hoewel de temperatuur van het proceswater relatief laag was, zal bij het inschakelen van de vloerverwarming de temperatuur van de dekvloer telkens licht stijgen voordat deze weer afkoelt naar de gewenste omgevingstemperatuur. Hierdoor zullen de scheuren bij opwarming samendrukken en bij afkoeling weer opengaan. De troffelvloer vloerafwerking had echter weinig tot geen elasticiteit. Dit betekende dat scheuren in de dekvloer hoogstwaarschijnlijk zichtbaar zullen worden in de troffelvloer als witte scheurlijnen (door rek) of als open scheuren (als de treksterkte van de dunne toplaag werd overschreden).”
Gietgeulmethode
“Om te voorkomen dat de werking van de vloerverwarming zich aftekende in de troffelvloeren en om vervanging van de betonvloer te voorkomen, moesten er maatregelen worden genomen. Normaal gesproken zal men ervoor kiezen om ontstane scheuren zo volledig mogelijk te vullen met epoxyhars (95%+). Dit wordt vaak gedaan met de ‘gietgeulmethode’, waarbij epoxy injectiehars herhaaldelijk en zonder druk in de scheur wordt gegoten totdat deze verzadigd is. Hierdoor kan scheurherstel worden bereikt waarbij de sterkte in de voormalige scheurlijn groter is dan in het omliggende, niet-gescheurde gebied.
Complicaties
“Echter, in dit geval was er een probleem door de aanwezigheid van onthechtingen (die niet konden worden opgelost en de kans op scheuren in de toekomst vergroten) en zeer fijne scheuren (die niet konden worden gevuld). Bovendien was het aantal scheuren dat behandeld moest worden extreem, waardoor deze herstelwerkzaamheden zeer kostbaar zouden zijn.”
Ontkoppelingsmat
“In plaats daarvan raadde ik het aan om een ontkoppelingsmat op de dekvloer aan te brengen en de scheuren ongemoeid te laten. Hoewel de scheuren actief zullen blijven, zal de werking per scheur minimaal zijn vanwege hun grote aantal. De ontkoppelingsmat voorkomt dat de scheuren zichtbaar worden boven de mat. De ontkoppelingsmat kon met een enigszins elastische tegellijm (S1/S2) op de gescheurde betonvloer worden bevestigd. De bovenzijde van de ontkoppelingsmat kon worden geëgaliseerd met een mineraal egalisatiemateriaal of direct worden voorzien van een epoxy troffelmortel, indien nodig. Het was wel verstandig om de ontkoppelingsplaat eerst van een schraaplaag te voorzien, waardoor een goede verankering in de kamers van de ontkoppelingsplaat werd gegarandeerd.”
Opwarmprotocol
“Bij het inschakelen van de verwarmingsinstallatie raadde ik het om een opwarmprotocol te gebruiken waarbij de proceswatertemperatuur geleidelijk steeg tot de gewenste ruimtetemperatuur was bereikt. Vervolgens zou de thermostaat de bediening van de vloerverwarming overnemen en deze inschakelen zodra de ruimte 0,5°C onder de ingestelde temperatuur kwam, totdat de gewenste ruimtetemperatuur weer was bereikt. Vanwege enige vertraging in de warmteoverdracht van vloerverwarmingsleiding naar dekvloer naar vloerafwerking naar lucht naar thermostaat, zou de dekvloer iets warmer worden opgewarmd dan de gewenste ruimtetemperatuur (gewoonlijk tot ongeveer 5°C hoger). In de praktijk levert dit zelden problemen op, aangezien het vergelijkbaar is met de warmte die wordt gegenereerd door zonnestraling in de lente.
Is een opstookprotocol nog wel actueel?
Onlangs hebben we TBA-kennispaper 3 “Is een opstookprotocol nog wel actueel?” gepubliceerd. Deze kennispaper onderzoekt de relevantie van traditionele opwarm- en afkoelprotocollen voor vloerverwarming in deze tijd. Wil je meer weten over dit onderwerp? Lees dan de volledige TBA-kennispaper 3: “Is een opstookprotocol nog wel actueel?” op www.tbafbouw.nl/kennispapers en ontdek waarom het belangrijk is om moderne methoden te gebruiken voor vloerverwarming.